5x wanneer je meer kunt eten

Ik schreef al eerder over hoe je alles kunt eten zonder aan te komen. Dat blijkt een fabel. Maar wanneer kun je wél meer eten zonder dat je er gelijk van aankomt? Oftewel: meer kunnen eten, waar hangt dat vanaf?

Meer kunnen eten hangt soms ook samen met wát je eet. Van een watermeloen kun je meer eten dan van chocola.

1. Als je veel beweegt en/of fanatiek sport

Meer beweging betekent natuurlijk meer energie. Hoe meer je dus sport, hoe meer je kunt eten. Een leuke bijkomstigheid, want het belangrijkste is natuurlijk dat beweging goed voor je is! Je blijft fit, bent gelukkiger, en je weerstand is beter.

2. Als je langer bent

Ooit las ik in de Quest dat het handiger zou zijn als we allemaal maximaal 1 meter 20 werden. Hoe kleiner je bent, hoe minder je nodig hebt. Dat geldt voor de grootte van je woning, maar natuurlijk ook voor wat je eet en drinkt. Andersom kunnen lange mensen veel meer eten. En ja, modellen kunnen daarmee ook vaak meer eten dan gemiddeld zonder daarvan aan te komen (ze hongeren zichzelf gelukkig niet allemaal uit).

3. Als je meer weegt

Iemand van 100 kilo heeft veel meer eten nodig om op dat gewicht te blijven dan iemand van 50 kilo. Hoe logisch dat ook klinkt: er zijn genoeg mensen die hier niet bij stilstaan. Iemand die met 75 kilo slank is (en meer spieren heeft, en langer is), zal dus in de ogen van iemand van 60 kilo (die minder lang is, en minder sport), ‘onbeperkt’ kunnen eten zonder aan te komen.

4. Als je zwanger bent

Sorry, mannen, deze is niet aan jullie besteed! Tijdens je zwangerschap en daarna ook tijdens de borstvoeding verbruik je meer energie. Meet kunnen eten betekent niet dubbel zoveel (eten voor twee gaat niet op), maar wel aanzienlijk meer.

5. Als je een man bent

Een goedmakertje voor de mannen (na punt 4). Door de spier- en vetverhouding, die verschilt van die van vrouwen, kun je als man gemiddeld meer eten. Meer kunnen eten dan alle vrouwen is te algemeen gesteld: er zijn natuurlijk mannen die kleiner zijn en minder sporten. Het is één factor, en niet dé factor.

Wat heb je hieraan als je af wilt vallen?

Je kunt aan je lengte en geslacht eigenlijk niets veranderen. Waar je wel invloed op hebt, is hoeveel je beweegt. Als je af wilt vallen maar niet minder wilt eten, dan moet je meer bewegen. Zie je dat niet zitten, dan moet je minder eten. Uiteindelijk moet je de balans kunnen vinden.

Wat je er nog meer aan hebt: met bovenstaande inzichten weet je waarom anderen misschien meer kunnen eten dan jij. Dat lijkt oneerlijk, maar het is logisch. Als jij en je partner altijd hetzelfde eten, denk je misschien: waarom komt hij/zij er niet van aan en ik wel? Door bovenstaande snap je misschien dat het komt doordat je partner bijvoorbeeld veel langer is dan jij, of omdat hij/zij meer sport.

Meer kunnen eten is niet omdat je toevallig extra geluk hebt, of goede genen. Er zijn zoveel factoren die invloed hebben! Het is daarom extra belangrijk om niet naar anderen te kijken, maar naar jezelf. Waar voel jij je goed bij? Hoe blijf je fit? Hoe kun je gezonder eten en toch ook genieten? Als je die balans vindt, heb je daar de rest van je leven profijt van.