Het mooie aan fietsen | Tips om te beginnen met wielrennen

Heb je altijd al willen beginnen met wielrennen? Afgelopen zomer sprak ik een Zweed die fanatiek aan mountainbiken en wielrennen doet. Toen dacht ik: leuk, maar hoe begin je daaraan? Gelukkig kwam het antwoord daarop in mijn mailbox, want iemand vroeg of ik een gastblog over wielrennen leuk vond. Ja, graag! Aan het woord: Dennis Oolbekkink, fanatieke fietser en eigenaar van beterwielrennen.nl. Hij beschrijft wat fietsen zo mooi maakt en hoe je op een leuke én makkelijke manier kan beginnen met wielrennen. Daarmee begint hij direct met 5 hoogtepunten van wielrennen.

Waarom zou je gaan wielrennen?

Een kort lijstje met hoogtepunten van wielrennen:

Hoogtepunt 1: je ziet veel van de omgeving
Met de fiets kom je nog eens ergens. Ook Nederland is prachtig en dit is het makkelijkst te ontdekken op de fiets! Een rondje door de duinen, waar je geen auto’s maar herten tegenkomt. Of door de bollenvelden, bossen, heuvels, polders en langs de vele kronkelende riviertjes. Nederland heeft het allemaal!

nbsp;

Hoogtepunt 2: gezellig bijpraten met een maatje of je hoofd ‘leegfietsen’
Samen fietsen is uitermate gezellig. De tijd gaat lekker snel en je kan het maximale uit jezelf halen. Ook als dit niet je doel is, kan een maatje je motiveren om toch te gaan als je niet van plan was! De afwisseling met alleen fietsen maakt het top. Soms heb je wel eens een momentje voor jezelf nodig om je hoofd leeg te maken. Dit kan uitstekend op de fiets.

nbsp;

Hoogtepunt 3: vetverbranding
Met fietsen is je vetverbranding erg hoog. Vooral als je in een lage hartslagzone traint, spreekt je lichaam de vetvoorraden aan. Dit tempo kan je uren volhouden, waardoor je niet uitgeput terugkomt na elke training!

nbsp;

Hoogtepunt 4: betere conditie
Van fietsen krijg je een betere conditie. Hierdoor heb je meer energie in het dagelijkse leven en bouw je een hogere weerstand op. Zo ben je uiteindelijk minder vaak ziek.

nbsp;

Hoogtepunt 5: snelheid
Adrenaline! Afdalingen, bochten en sprintjes. Op de fiets voel je de snelheid die je zelf ontwikkelt. De wind suist in je oren en het asfalt verdwijnt razendsnel onder je wielen. Genieten.

Beginnen met wielrennen

Om te kunnen beginnen met wielrennen, heb je vanzelfsprekend een fiets nodig. Het is beter om eerst eens een racefiets te huren als je niet zeker weet of wielrennen iets voor jou is. Ook met een goedkope fiets is het mogelijk om van het fietsen te genieten. Ondanks dat je net even iets minder aerodynamica (een mooie gestroomlijnde fiets, red.) en meer mechanische weerstand hebt, kan je er net zoveel voldoening uithalen als ieder ander. Ik begon zelf op 13-jarige leeftijd met fietsen. In het begin deed ik dit op een normale stadsfiets en even later kocht ik mijn eerste tweedehands racefiets voor €250. Een prima fiets om mijn eerste tientallen ritjes op te maken. Hierop heb ik zelfs meegedaan aan de Alpe d’HuZes. De meeste kosten gaan echter zitten in de aanschaf van een helm, klikschoenen, bril en kleding.

Mijn spullen zijn in orde, wat nu?

Wanneer je de benodigde materialen hebt aangeschaft of geleend, kan je voor het eerst een rondje maken! Hiervoor heb ik een aantal tips:

1. Oefen met in- en uitklikken.

Het meest voorkomende probleem bij beginnende wielrenners is het vergeten of moeizaam uitklikken van de pedalen. Oefen dit een aantal keer thuis of in de straat, zodat je hieraan denkt wanneer je (plotseling) moet remmen.

2. Rij een klein rondje op een relaxed tempo.

De eerste ritten zijn meestal nog wat onwennig. Je moet een nieuwe houding aanleren en dit vinden je spieren in het begin nog niet zo fijn. Om het leuk voor ze te houden, kan je het best met kleine rondjes van 20-25 kilometer beginnen. Vermijd zoveel mogelijk stedelijk gebieden tot je helemaal vertrouwd bent met je fiets.

3. Neem reservemateriaal mee.

Niets is zo vervelend als lek rijden – oké, toch wel: naar huis moeten lopen. Neem daarom een binnenbandje mee, met bandenlichters en een pompje.

4. Train met een (ervaren) maatje.

Trainen met een maatje biedt sowieso voordelen, zoals eerder benoemd. Voor een beginner zijn deze voordelen dubbel zo groot: je profiteert van waardevolle tips die een ervaren wielrenner voor je heeft.

Maar hoe train je om beter te worden met wielrennen?

In de eerste weken ben je dus vooral bezig met het maken van kilometers aan lage intensiteit om je lichaam te laten wennen aan het fietsen en om een zekere basisconditie te vergaren. Na dit eerste trainingsblok kunnen er intervallen worden toegevoegd aan het programma. Door dit soort trainingen goed af te werken zal je al snel een flinke vooruitgang boeken. Door het stellen van realistische en kleine doelen krijg je extra motivatie om te gaan trainen. Immers, je volgende doel is alweer in zicht!

Hieronder heb je twee voorbeelddoelen die je kunt gebruiken.

Doel 1: maak langere ritten

Als beginnende wielrenner kun je elke keer de lengte van je training iets verhogen. Stel jezelf tussendoelen. Wanneer fiets jij je eerste 50, 75 of zelfs 100 kilometer? Neem ook voldoende eten en drinken mee.

Doel 2: een favoriet rondje om

Blijf gemotiveerd door je favoriete (verkeersluwe) rondje zo hard mogelijk fietsen. Zoek een rondje van ± 5 kilometer waarin je niet hoeft te stoppen. Rij dit rondje hooguit 2x per maand zo hard mogelijk en onder dezelfde omstandigheden. Klok je tijd. Stel jezelf het doel om elke keer iets harder te rijden. Let op: begin hier pas aan wanneer je een goede basisconditie hebt.

Bouw rustmomenten in

Hoe meer doelen je haalt, des te sterker je wordt. Je bent dus erg fit, maar daarnaast bouwt je lichaam ook vermoeidheid op als je meerdere malen per week een flinke training afwerkt. Vermoeidheid reageert sneller op trainingen dan je fitheid. Na een training kan je namelijk erg moe zijn, terwijl je conditie niet met een reuzensprong vooruitgaat. Andersom werkt dat ook: wanneer je een paar dagen rust neemt, blijft je conditie nagenoeg hetzelfde, terwijl je vermoeidheid afneemt. Dit wordt ook wel taperen genoemd. Een taperperiode kan je helpen om in maximale vorm aan de start van jouw doel te staan. In de laatste twee weken train je minder, maar wel met dezelfde intensiteit. Hierdoor verschijn je uitgerust aan de start met ongeveer dezelfde conditie. Dit zal leiden tot betere prestaties!

Tot zover de tips voor beginnende wielrenners, maar er is véél meer! Op mijn website staan uitgebreide trainingsschema’s en tips over onder andere voeding, herstel en materiaal. Ik help je graag verder! – Dennis Oolbekkink