Zoals gezegd liep ik de Dam tot Dam 2016 voor een goed doel: Kika. Dit maakte mijn Damloop dit jaar al extra bijzonder. Daarbij liep mijn vader voor het eerst van zijn leven een wedstrijd (voor de beeldvorming: hiervoor had hij nog nooit verder gerend dan 10 kilometer). Het was hoe dan ook vooraf al vrij memorabel. 😉
Gezonde spanning
Vooraf had ik de normale zenuwen. Ik dacht spontaan dat ik overal blessurekwaaltjes voelde. In de trein strekte ik mijn benen. Wat voelde ik in mijn voet? En knakte mijn knie nu wel of niet op de goede manier? Kortom: gezonde spanning.
Eenmaal op het station bracht ik mijn tas naar de juiste truck (in mijn geval vrachtwagen nummer vijf) en liep ik richting de startvakken. Ik moest namelijk nog twee dingen doen: op de foto voor Kika en mijn vader succes wensen, aangezien hij een uur eerder zou starten dan ik.
De Dam tot Dam 2016
Daarmee begon mijn Dam tot Dam 2016: net nadat ik de foto had genomen belde mijn vader om te zeggen dat hij klaarstond in het startvak. Hij had nog een kwartier, zag ik, dus ik wurmde de door de massa heen om hem uit te zwaaien. We belden vier keer heen en weer, want we zagen elkaar niet. Ik mocht per uitzondering het startvak in (ik was van startvak blauw, hij van groen) om hem toch succes te wensen.
Na nog verder wurmen en heel veel ‘sorry, ik zoek iemand!’ had ik mijn vader nog niet gezien. Ik klom zelfs tevergeefs in de hekken. Even later gingen diezelfde hekken open en ik moest maken dat ik terug kwam. Alleen… daarmee zou ik, aangezien ik bijna vooraan staat, iedereen voor de voeten lopen. Zonder dat het mijn bedoeling was, moest ik dus een uur eerder starten.
(Ik voelde opeens dat ik best nodig moest plassen.)
Startschot
Vlak na de korte speech werd het startschot gegeven. Tijdens het rennen keek ik steeds naar de renners die me inhaalden. Na vijf minuten gaf ik het op: ik besloot mijn vader na de finish te bellen en me te concentreren op de Damloop zelf. Ik ging de eerste kilometer namelijk al veel te hard: 5,06 terwijl mijn doel 5.37 was om binnen anderhalf uur te finishen. Ik wilde mezelf niet voorbijlopen. Extra leuk was dat ik vanwege mijn Kika-shirt de nodige extra aanmoediging kreeg. Eén vrouw riep dat ik een kanjer was en andere Kika-shirt-dragers klopten me spontaan op de rug of groetten me onderweg. Dat ik moest plassen was ik eigenlijk alweer vergeten, en dat mijn been eerder een beetje zeer deed ook.
Dam tot Dam 2016 versus 2015
Vorig jaar rende ik ook mee. Dat was een ramp, of tenminste, het ging niet soepel. Ik had last van betonbenen en steken in mijn zij. Ook had ik een lichte blessure, die in de loop van de run steeds pijnlijker werd.
Dit jaar rende ik vrolijker, lichter, en alhoewel het vooral rond de 11-12 kilometer erg zwaar werd, voelde ik me energiek genoeg om te blijven rennen. Zo rond de 12 kilometer hield ik even wat in omdat ik merkte dat die beruchte steek bijna in mijn zij schoot. Het werd ook behoorlijk warm. Ik heb onderweg twee keer wat gedronken en ook meerdere keren een spons aangepakt.
De finish
Eenmaal in Zaandam voelde ik een lichte euforie. Ik was er bijna! Mijn tijd van 1.38.10 van 2015 stond op het punt keihard voorbij gerend te worden. Volgens mijn horloge ging ik het ruim binnen de anderhalf uur halen, wat uiteindelijk ook mijn doel was. Het publiek was alomtegenwoordig met applaus, ratels en aanmoedigingen. Ik zag de laatste 200 meter en begon te rennen alsof mijn leven ervan afhing. Precies 1 uur, 24 minuten en 42 seconden na het startschot rende ik de finish over. Mijn uiteindelijke tijd van start tot finish was 1 uur, 24 minuten en 38 seconden.
Runner’s high
Met een brede grijns nam ik mijn medaille in ontvangst en belde mijn vader. Hij nam niet op, maar belde even later terug. ‘Ik rende de finish over toen je belde,’ zei hij. ‘Ik heb het gehaald!’ Ook hij was ruim binnen de anderhalf uur gebleven. We hadden elkaar de hele race niet gezien, maar zaten elkaar steeds op de hielen. Met precies een minuut verschil (1.25.38) was hij de finish over gerend. Het was mijn eindsprint die het grootste verschil had gemaakt.
Terwijl ik dit typ, heb ik overal spierpijn. Gisteren was er vooral de runner’s high. Ik voelde me superfit en energiek en vooral hyper.
Over twee weken ren ik de 10 kilometer van Rondje Bergen 2016, de enige afstand die ik met deze wedstrijd nog niet eerder heb gerend. Ik ben benieuwd of het dan ook zo goed gaat! Mijn Dam tot Dam 2016 was in elk geval een succes, en ik weet niet of ik het in de toekomst kan overtreffen.
Geef een reactie