Begin dit jaar liep ik mijn eerste halve marathon in Egmond en volgend jaar wil ik meedoen aan de halve marathon van Berlijn. Tussendoor loop ik twee wedstrijden van 16 kilometer (of 10 Engelse Mijl), met afgelopen zondag mijn eerste keer Dam tot Damloop.

De Dam tot Damloop
De Dam tot Damloop is een jaarlijkse renwedstrijd. Vroeger was de loop letterlijk van Dam tot Dam, maar om logistieke redenen loopt deze nu van de Prins Hendrikkade in Amsterdam naar de Peperstraat in Zaandam. De Dam tot Dam is 16,1 kilometer (10 Engelse mijl) en wordt gehouden sinds 1985. De Dam tot Dam 2015 is de 31ste editie.
Buiten de 16,1 kilometer kun je als deelnemer ook meedoen met de 4 mijl, de Mini Dam tot Damloop (voor kinderen), de Dam tot Dam wandeltocht (op zaterdag), en de Dam tot Dam by Night (zaterdagavond).
In onderstaand filmpje zie je een 3D-impressie van het parcours.
Mijn Dam tot Dam 2015
Wat een mazzel had ik: ik startte in het blauwe vak. Dat betekende dat ik vooraan stond, en dat betekent minder inhaalwerk en snel(ler) op je eigen tempo rennen. Ideaal! Wel startte ik op een late tijd: 14.30 uur. Vooraf moet je je spullen wegbrengen naar de personeelsleden van PostNL, die zo vriendelijk zijn je tas naar de finish te rijden. Al met al ben je te voet een flink stuk onderweg.
Het liefst wil je voor een lange run twee dingen doen: poepen en relaxen. Beide gaan lastig in een drukke omgeving met weinig privacy. De Dixie-toiletten bij de start boden uitkomst. Er was een uur voor de start, toen ik nog op het station ronddwaalde met mijn tas, een sportieve hardloper die voor mij 50 cent betaalde zodat ik rustig naar de wc kon (ik had geen kleingeld mee, alleen een pinpas). Toen ik daarna mijn tas weg had gebracht en mijn weg door de menigte had gevonden, was ik al bijna 16 kilometer verder (oké, 5) en gespannen voor de echte start.
Toch mocht dit de pret niet drukken. De drukte was er, dat zeker, maar de sfeer zat er (daardoor) goed in. Er zijn zoveel supporters en renners dat er een saamhorigheidsgevoel onstaat waardoor de adrenaline al voor de start door je lijf stroomt. Mijn enige angst was opeens niet of ik het wel zou halen, maar of ik ’s nachts nog zou kunnen slapen (spoiler: dat lukte 😉 ).
Van start
Na een warming-up met Annemarie Postma klonk het startschot. Samen met 3000 anderen (per startvak is ruimte voor 3000 personen) ging ik van start. Ik had er zin in! De weg door de IJ-tunnel was indrukwekkend; aan het begin van de tunnel stond een compleet drumorkest opzwepende muziek te spelen. Dit was overigens pas echt het begin, want langs het hele parcour stonden DJ’s en (volks)zangers de renners aan te moedigen. Ook was er op elk stuk van de run wel klappend publiek te bekennen.
Succes?
Na ruim twee weken heuvellopen in Zuid-Frankrijk had ik een lichte slijmbeursontsteking opgelopen. In de anderhalve week voorafgaand aan de run had ik daarom geen stap meer gerend. Mijn streven vóór de blessure was minder dan anderhalf uur voor de 16 kilometer. Met de blessure hoopte ik dit alsnog te halen, maar… dat zou lastig worden.
Na 2 kilometer bleek het echt onmogelijk. Ik kreeg een steek in mijn zij. Na 4 kilometer moest ik hierdoor stoppen. Ik rekte, ik strekte en ik baalde. Toen rende ik door. Na 5 kilometer begon mijn slijmbeurs te zeuren. De fysiotherapeut had me ervan verzekerd dat ik ermee kon rennen, dus ik ging door, alhoewel de pijn (licht) bleef. De steek in mijn zij kwam ook terug. Tot 11,5 kilometer redde ik het tempo voor de finishtijd van anderhalf uur. Toen moest ik dat opgeven. Op zo’n moment voelt het bijna alsof je net zo goed de hele run kunt opgeven. Ik kon wel janken. In plaats daarvan appte ik een paar vloekwoorden naar mijn man (die troostende woorden terugstuurde) en ging ik door.
Vanaf de 12 kilometer rende ik liep ik afwisselend. Mijn benen leken wel van beton. Ik hield mezelf voor dat ik zo licht als een veertje al zwevend naar de finish rende. Dat hielp eh… niet. Wat wel hielp: mijn naam op mijn startnummer. Onbekenden die zagen dat ik het zwaar had, riepen mijn naam en moedigden me aan. Dan kun je, ongeacht je pijn, maar één ding doen: lachen en doorgaan.
Uiteindelijk rende ik de afstand in 1:39:07. Gezien mijn blessureleed een prima tijd, maar ik ben des te meer gemotiveerd om het wél een keer in anderhalf uur te rennen. Dat moet lukken, toch? 😉
Voor herhaling vatbaar?
Ja en nee. De Dam tot Damloop was een geweldige ervaring die ik graag overdoe. Tegelijkertijd trekken de kleine runs me meer. Het belangrijkste voor mij? De aanmoediging van medelopers en iedereen langs de zijlijn. Ook de grootte van het evenement maakt het tot een echte belevenis. Zo was de NS aanwezig met benenwagens (jongens, wat kon ik die gebruiken na afloop!) en was ik onder de indruk van de hoeveelheid supporters langs de zijlijn.
Over twee weken ren ik nog een keer 16 kilometer, maar dan tijdens Rondje Bergen (NH). Vlak daarna kun je lezen hoe dat ging!
Ken jij iemand die meedeed aan de Dam tot Dam 2015? Of rende je zelf mee? Hoe was het?
Geef een reactie