Ik deed het in een opwelling. Met mijn mobiel in mijn hand zocht ik naar het inschrijfformulier. Ik betaalde via de app. Mijn inschrijving was een feit. In januari 2015 zou ik de halve marathon van Egmond rennen.
Pas toen het bevestigingsmailtje binnenkwam, dacht ik: wat heb ik gedaan? Toch maakte ik me nog niet zo’n zorgen. Ik had net een wedstrijd gerend: Rondje Bergen. Hiervoor rende ik 16 kilometer door het bos en de duinen. Zwaar, maar niet onmogelijk. Sterker nog: ik zag die keer zelfs een man met een wandelwagen (met baby erin!) hetzelfde doen. Vijf kilometer extra zou toch geen probleem moeten zijn?
‘Je eerste halve marathon is die van… Égmond?’ Of ik het wel zeker wist. En of ik wist dat dat de zwaarste halve marathon was. Ik heb de handige gewoonte dit soort informatie te achterhalen als het eigenlijk al te laat is. Extra trainen zou in elk geval handig zijn, nam ik mij voor. Ik rende daarom twee keer per week en trainde al mijn spieren eens per week bij boot camp – in de duinen, dus een goede training. Maar toen ging ik naar Disneyland.
The happiest place on earth
Ik word als een kind zo blij van pretparken, dus toen vrienden voorstelden om naar Disneyland te gaan, kon ik mijn geluk niet op. We vertrokken op vrijdag en zouden tot zondag blijven. Plichtsgetrouw rende ik op zaterdagochtend een klein rondje van zes kilometer om ‘warm te blijven’. Fanatiek als ik was, rende ik ook van de ene naar de andere attractie (zei ik al dat ik ADHD heb? Bij dezen). Het was een vermoeiend maar heel fijn weekend. Toen ik op de maandag erna een lang rondje wilde hardlopen, bleek dit echter niet meer te gaan. Ik had mijn voet overbelast.
Mijn linkervoet en ik keken elkaar dagenlang boos aan. Ik was als de dood dat ik niet meer zou kunnen rennen. Het was november en ik had nog maar een paar maanden tot aan de halve marathon. Mijn voet had het intussen zwaar. Zelfs gewoon lopen deed pijn. Ik strompelde naar de fysiotherapeut. Die adviseerde rust en sportmassages (niet te verwarren met aangename, ontspannende massages, zoals ik eerst dacht). De rust viel me zwaar (net als de massages). Niet hardlopen, niet teveel lopen. Hoe kon ik de halve marathon ooit lopen?
Te laat
Het slimste zou zijn om mijn startbewijs door te verkopen. Dat zou makkelijk gaan; de halve marathon had al 17.000 inschrijvingen en mensen stonden te springen om die van mij. Ik overlegde met de fysiotherepeut. Kon ik nog… ? Ze gaf me niet veel hoop.
Maar… ze gaf me hoop. Het was maar een heel klein beetje en begon met tien minuten hardlopen. Daarna mocht ik twintig minuten rennen na een dag rust, om door te gaan met dertig. Het ging goed. Het was pijnvrij. Met nog slechts drie weken te gaan kon ik weer rennen. Na een week rende ik elf kilometer zonder een centje pijn en in een respectabele tijd. Misschien was ik toch niet te laat!
Halve marathon Egmond, here I come!
Met 14 kilometer als langst gelopen rondje (ik had eigenlijk minimaal 16 in mijn hoofd) en met twee extra boot camp-trainingen achter de kiezen stond ik aan de start van de halve marathon. Op het strand waaide het zo hard (windkracht 8) dat de route van de kwart marathon werd omgegooid zodat deze helemaal niet meer over het strand liep. Die van de halve marathon deed dit nog wel. Alle starttijden werden met een half uur uitgesteld in de hoop op iets betere weersomstandigheden. Ik slikte toen het zover was. Met een langzaam jogtempo begon ik te rennen.
Op het strand met wind tegen had ik het zwaar. In de duinen kon ik weer lachen en keek ik bewonderend naar iemand die op blote voeten rende. Ik at onderweg een banaan of twee uit een grote bak die voor mijn neus werd gehouden, kreeg koude thee en lauwwarm water, en kon nog vrolijk zwaaien toen ik mijn vrienden aan de zijlijn zag staan bij de beruchte Bloedweg (weg die flink omhoog loopt, Egmond in). Na twee uur en zeven minuten kwam ik over de finish. Ja, het was zwaar. Ja, het was geweldig. Ja, ik zou het nog een keer doen. Ik had het gehaald!
Nasleep
Darmkrampen, slapeloosheid (tot vier nachten) en een flinke buikgriep. Buiten enorme spierpijn waren dat de drie ergste overblijfselen van de halve marathon. Misschien had ik toch te kort vooraf de afstand opgebouwd, of misschien was de halve marathon dit jaar extra zwaar. Hoe dan ook: ik nam me voor om hem in 2016 weer te rennen. De unieke sfeer, de bananen en mandarijntjes onderweg, de koude thee en het warme water, de supporters aan de kant, het zand in je ogen, de schuimvlokken van de zee tegen je benen… Ja, het is een unieke ervaring!
Lijkt het jou ook wat, zo’n halve marathon? Dan heb ik hier 3 gouden tips voor je. En onthoud: je hoeft niet te trainen tot 21,5 kilometer. Tot 2/3 van de afstand trainen kan al voldoende zijn.
De 3 gouden tips voor hardlopers
1. Luister naar je lichaam
Zowel tijdens het trainen als tijdens de wedstrijd. Het is niet erg om even te lopen, tenzij je juist lekker in een flow zit en liever iets rustiger aan rent als je moe bent. Ontdek tijdens het trainen wat voor jou wel en niet effectief is. Iedereen is anders. Je moet je lichaam leren kennen! Je ontdekt vooraf dan ook of je wel of niet wilt eten of drinken tijdens een halve marathon.
2. Ren niet door bij pijn
Deze gaat eigenlijk door op de eerste tip: als je pijn hebt, stop dan. Hoe zonde het ook is van je training, je bent langer uit de roulering als je wel doorrent. Liever één training missen dan twintig.
3. Leer rusten
In de laatste week voor de halve marathon zijn er veel renners die helemaal niet meer bewegen. Dit kan een optie zijn. Je kunt er ook voor kiezen alleen korte rondjes te rennen, op snelheid. Zorg wel voor een paar dagen rust voordat je echt gaat rennen en denk niet dat je twee dagen na de halve marathon weer fanatiek kunt gaan sporten. Geniet even van je prestatie en neem rust!
Lees mijn tien tips voor de (halve) marathon op Ze.nl >>>
Jake van der Wiel zegt
Aiaiai wat een verhaal. Leuk om te lezen, maar met een minder leuk middenstuk. Ik ben zelf vervent hardloper en ik vind je tips heel bruikbaar. Een tip die ik er nog aan heb toe te voegen is strekken voor en na het slapen. Niet alleen maar voordat je gaat hardlopen en naderhand, maar echt elke dag bij het naar bed gaan en bij het opstaan. Zo blijf je altijd soepel en schieten je spieren niet snel in een kramp. En het is nog lekker ook bij het wakker worden!
Groetjs, Jake
Maresa zegt
Dankjewel voor je compliment en je tip!