Emotie-eten bestaat niet, kwam laatst in het nieuws. Dat leek me een triggertitel. Valt emotie-eten onder de categorie ‘ik heb zware botten’ of is het echt een bestaand probleem?
Gek genoeg spreken veel artikelen over dit onderwerp zichzelf tegen. Zo schrijft vrouw.nl: “Uit onderzoek van Bongers en Jansen blijkt dat mensen … niet alleen grijpen naar (eten) als ze zich slecht voelen, maar bijvoorbeeld óók als ze zich heel goed voelen.” Ik lees hier twee emoties die tot eten leiden. Hoe zou emotie-eten dan niet bestaan?
Wetenschappelijk bewijs
Door emotie-eters verdrietig te maken met een film of herinnering zouden ze niet meer gaan eten dan normaal. Met studies in onder meer 2009 (Evers et al.) en 2012 (Van Strien et al.) werd geen bewijs voor emotie-eten gevonden. Maar geven films echte emoties? En in hoeverre zijn de twee genoemde studies representatief?
In het onderzoek uit 2013 (Bongers et al.) werd wel toegenomen voedselinname gevonden na positieve emoties. Na een positieve film aten ze aanzienlijk meer. Bij een negatieve of neutrale film was dit niet het geval. Ditzelfde (meer eten bij positieve emotie) bleek uit een vervolgstudie, ook in 2013 (Bongers et al.).
Emotie-eten: wanneer?
Uit bovenstaande onderzoeken lijkt naar voren te komen dat mensen niet méér gaan eten als ze zich rot voelen. Het onderzoek wijst uit dat mensen wél meer eten bij positieve emoties.
Bongers et al. geeft ook een verklaring voor negatief emotie-eten. Ganly schreef in 1989 dat mensen al bekend zijn met emotie-eten. Zodra ze dan een situatie meemaken waarin emoties en eten samengaan, onthouden ze deze. De beschikbaarheidsheuristiek (Tversky en Kahneman, 1973) ondersteunt deze theorie.
Wij overschatten daarbij de verbanden die bestaan tussen twee losse gebeurtenissen of emoties, en koppelen deze makkelijk om binnen onze belevingswereld te passen. Of: op het moment dat je denkt dat twee zaken met elkaar te maken hebben, overschat je ook hoe vaak ze voorkomen. Je herinnert je dus misschien alle keren dat je wel veel at na een rotdag, en denkt al snel dat het altijd zo is.
Emotie-eten bestaat dus niet?
Wat wél klopt, is dat er mensen zijn die vaak veel eten. Zij kunnen dit ten onrechte koppelen aan negatieve emoties. Mensen die denken emotie-eter te zijn, zijn vaak ook mensen die in andere situaties (te) veel eten. Zij vinden het bijvoorbeeld moeilijk om verleidingen te weerstaan. De gedachte aan eten, de geur van eten, het zien van voedsel… dit zijn allemaal triggers om te gaan eten.
Als je dit ook emoties noemt (verlangen is een emotie), dan bestaat emotie-eten zeker. Bovendien blijkt emotie-eten in ‘positieve’ zin te bestaan: als we ons goed voelen. Maar alleen (extra veel) eten als we ons slecht voelen? Nee, dat doen we dus niet. Ik zou alleen niet gelijk zeggen dat emotie-eten niet bestaat.
Conclusie
Als jij emotie-eten als een probleem ervaart, dan helpt het misschien om dit zo te benoemen. Je kunt er dan een plan voor verzinnen om het aan te pakken. En let voortaan ook op bij een bijzonder goed humeur. Misschien kom je erachter dat je dan pas echt veel eet, ‘omdat je het verdiend hebt’ of omdat je je zo goed voelt dat goede eetgewoonten van latere zorg zijn.
Bronnen: PDF eetonderzoek (zie ook uitgebreide bronnenlijst achter in het document)
Geef een reactie