Eerder schreef ik een artikel over Blue Band. Naar aanleiding hiervan nodigde Blue Band mij uit voor Voeding in de praktijk, een nascholingsdag voor onder meer diëtisten en praktijkverpleegkundigen. Leren is altijd leuk, dus ik ging!
Voor mijn bezoek aan Blue Band ging ik naar Unilever, waar Blue Band onderdeel van is. Het kantoor in Rotterdam is gekoppeld aan het fabrieksgedeelte van zowel Blue Band als Calvé (ja, van de pindakaas).
Wat doet Blue Band goed?
In de categorie goed-om-te-weten: omdat er geen sporen van noten in de boter mogen komen, is de pindakaasfabriek compleet afgesloten van de margarinefabriek. Een detail dat ik natuurlijk ook zonder bezoek te weten kon komen, dus laten we eens kijken naar nog een positief punt: feedback!
Ik schreef een kritisch artikel en werd daarop uitgenodigd om langs te komen. Dat noem ik goed omgaan met feedback! Daarbij kreeg ik de kans om over mijn ideeën voor de marketing te praten met één van de marketeers bij Blue Band. De meeste reclame-uitingen worden op een ander kantoor verzonnen, maar de marketeer opperde dat er via Facebook interessante discussies zijn op te werpen – zoals ‘jongens kunnen ook de roze uitsteekvormpjes gebruiken, toch?’
Goed, het was wat mij betreft nog een aardige stap verwijderd van keuzevrijheid voor kinderen (waarom niet alle kleuren van de regenboog?) maar er werd wel actief meegedacht over hoe Blue Band kan bijdragen aan een breder kieskader.
Wat mij verder verbaasde: in de lezingen werd met geen woord gerept over Blue Band of margarine. De experts waren doktoren, onderzoekers en wetenschappers met neutrale en op de wetenschap gebaseerde verhalen over cholesterol, beweging, behandelingen bij obesitas, hartfalen, gezonder eten, etcetera. Hun verhalen waren neutraal en nuttig en bovenal leerzaam (ik ben dus intussen dus druk aan de slag met nieuwe informatieve artikelen). Kortom: waar ik verwachtte dat margarine werd gepromoot, gebeurde dit in geen enkele lezing.
Ook goed: gezonde vetten kunnen tegenwoordig worden gepromoot via de zogenaamde ‘vette koffer’. Van verschillende oliën en andere vetten kom je dankzij de koffer te weten wat je lichaam aan de vetten heeft. Extra positief: op de koffer staat geen reclame voor Unilever en de oliën zijn puur natuur.
Tot slot hoorde ik over een initiatief van Blue Band om kinderen (in eerste instantie in Rotterdam) beter te laten ontbijten. Van elke tien kinderen is er namelijk één die geen ontbijt heeft gehad voor schooltijd. Dat zijn drie hongerige magen per klaslokaal. Blue Band promoot gezond ontbijten om te zorgen dat het ontbijt de start van de dag vormt. Een goed initiatief, want kinderen hebben energie nodig om te leren! En om toch ook iets positiefs over margarine te noemen: uit onderzoek blijkt dat kinderen die margarine eten aanzienlijk minder vitamine D-tekort hebben.
Wat blijft lastig?
Tussen de lezingen door sprak ik met Edith Feskens, hoogleraar Voeding in de Levenscyclus. We hadden het over toevoegingen in ons eten, zoals toegevoegde vezels (zoals in het brood van Blue Band) en toegevoegde vitamines. Edith vertelde me dat er gek genoeg nooit onderzoek is gedaan naar de rol van toegevoegde vitamines en vezels. ‘We weten nog niet precies wat ze doen, en of ze effect hebben,’ zei ze. ‘Tegelijkertijd weten we ook nog niet of ze níets doen.’ Alleen vitamine D die aan de voeding wordt toegevoegd lijkt uit eerste onderzoeken dus effect te hebben, en dat is veelbelovend. Er is echter wel méér onderzoek nodig.
Van wat ik inmiddels van Blue Band heb meegekregen, is dat informatie die uit een dergelijk onderzoek komt, zeker wordt meegenomen in de productie van margarine. Feedback verwerken blijkt een goed punt. Inmiddels (en dat is positief) is het percentage transvet standaard teruggebracht tot minder dan 1% (en in de meeste margarines zit zelfs helemaal geen transvet meer doordat er van nature geharde olieën worden gebruikt).
In onderstaand filmpje (Engelstalig) worden de verschillen tussen boter en margarine uitgelegd, al geldt voor de Nederlandse markt dat er significant minder tot geen transvet wordt gebruikt (maximaal 1%):
Wat kan nog beter?
Ik zou het leuk vinden als Blue Band definitief kiest voor meer keuze in producten voor kinderen. Dat houdt in: niet alleen roze of blauw, of ‘voor jongens’ en ‘voor meisjes’, maar alle kleuren van de regenboog (of in elk geval de primaire kleuren). Ook hoop ik dat zij meer producten uitbrengt die duidelijk voor alle kinderen geschikt zijn, ongeacht hun geslacht. Verder hoop ik dat hun reclames langzaam maar zeker afstappen van niet-kloppende clichés. Voor de volgende (najaars)campagne is dat namelijk nog niet het geval, al wil Blue Band hier op Facebook een positieve twist aan geven.
Als Blue Band zich meer richt op ‘hoe geweldig zou de wereld eruitzien als…’ of ‘wat kunnen wij doen om bij te dragen aan…’, zie ik een positieve toekomst. Eentje zonder transvetten (daar zijn we dus eigenlijk al!), en ook één waarin resultaten van een onderzoek ‘neemt je lichaam toegevoegde vitamines en vezels op?’ zijn meegenomen in het productieproces. Tot slot: één waarbij Blue Band het kieskader buiten bestaande hokjes plaatst. Ik heb in elk geval goede hoop dat Blue Band inspeelt op wat gezond(er) is voor de maatschappij.
Wat heb jij voor tips ter verbetering van Blue Band?
Marjolein zegt
Blueband heeft nu gezonde zoete groente spread gemaakt, als brood beleg. Daarin zitten geen kunstmatige kleur of smaakstoffen. Helaas maakt blueband wel de keuze om kunstmatige gom te gebruiken.
Van alle gom soorten (agar-agar, arabische gom, carrageen, guar gom, johannesbroodpitmeel, karayagom, tragacanthgom, xanthaangom) is alleen de xanthaangom geen natuurproduct.
Mijn feedback aan blueband is om in deze toch de keuze te maken om de xanthaangom te verwisselen met een andere optie. Zodat de gezonde zoete spread nog meer waarmaakt wat het nastreeft; geen kunstmatige ingredienten 🙂
Groetjes Marjolein